Prei (Allium porrum L.)

Biologisch geteelde zaden. Duidelijke verbeterde selectie van het Flakkese type. Geeft een vrij grove, stompe winterwortel, die geschikt is voor vers gebruik en lange bewaring. Geeft wortels van ca. 30 cm lang. Dun zaaien op regels en na opkomst niet uitdunnen. Zorg voor een diep bewerkte grond, zodat de wortel ongestoord kan groeien. Normaal bemesten en absoluut geen verse stalmest gebruiken. Eventueel afdekken om de schade door de wortelvlieg te voorkomen. Uien of prei tussen de regels planten helpt ook.*Biologisch geteelde zadenDit zaad is geteeld, geschoond en verpakt volgens de biologische productie methode, welke is vastgelegd en gecontroleerd door de stichting SKAL – nummer 026035 / NL-BIO-01.

Tuinderskwaliteit. Een winterprei met uitstekende vorstresistentie. Oogstbaar tot einde winter. Produceert een ca. 25 cm lange, donkergroene prei. Zeer goed resistent en na oogst lang bewaarbaar. Bij voorkeur zaaien onder glas of buiten op zaaibed tot half juni. Dun zaaien en als de planten op potlooddikte zijn uitplanten in een plantgat van 18 cm diep. De plant met de wortels op de bodem van het plantgat laten zakken en een beetje water geven. Het plantgat vult zichzelf als de plant gaat groeien.

Tuinderskwaliteit. Een late herfstprei met oogst tot het midden van de winter. Produceert een ca. 25 cm lange, donkergroene prei. Goed resistent en na oogst lang bewaarbaar. Bij voorkeur zaaien onder glas of buiten op zaaibed tot half juni. Dun zaaien en als de planten op potlooddikte zijn uitplanten in een plantgat van 18 cm diep. De plant met de wortels op de bodem van het plantgat laten zakken en een beetje water geven. Het plantgat vult zichzelf als de plant gaat groeien.

Tuinderskwaliteit. Een winterprei met uitstekende vorstresistentie. Oogstbaar tot einde winter. Produceert een ca. 25 cm lange, donkergroene prei. Zeer goed resistent en na oogst lang bewaarbaar. Bij voorkeur zaaien onder glas of buiten op zaaibed tot half juni. Dun zaaien en als de planten op potlooddikte zijn uitplanten in een plantgat van 18 cm diep. De plant met de wortels op de bodem van het plantgat laten zakken en een beetje water geven. Het plantgat vult zichzelf als de plant gaat groeien.