Hoe maak je compost?

Met composteren boots je de natuurlijke kringloop van planten na. Hierin onttrekt de plant voeding uit de bodem, sterft, rot en geeft de voedingstoffen weer terug aan de bodem. Omdat we in een moestuin plantenresten vaak verzamelen en opruimen, heeft het geen tijd om te rotten en zijn voedingsstoffen terug te geven. De grond verarmd hierdoor. Door de plantenresten te verzamelen en op een plek bij elkaar te bewaren, zal het materiaal alsnog gaan rotten. Omdat het bij elkaar ligt komt er hitte vrij van het rottingsproces waardoor dit nog sneller verloopt.

Door natuurlijk afval te verzamelen in een compostbak boots je de natuurlijke cyclus van plantresten na.
Eigenlijk komt het er op neer dat je in deze verzameling een gelijkmatige substantie probeert te krijgen en te behouden. Belangrijk hierbij is dat het afval wat je gebruikt een gelijkmatige verdeling is tussen groen en bruin afval. Over het algemeen kun je de stelregel gebruiken dat groen materiaal uit de tuin snel verteert en bruin materiaal langzaam. Bij al het materiaal geldt: hoe kleiner hoe beter en sneller composteerbaar.

Compost (in wording) zou niet moeten stinken. Wanneer de compost plakkerig is en stinkt, zit er waarschijnlijk te veel groen materiaal in de compost, door bruin materiaal toe te voegen krijg je de compost weer in balans. Wanneer de compost te nat is, kan het toevoegen van krantenpapier helpen.

Het composteringsproces duurt 6 tot 9 maanden, maar veel moestuiniers laten het het hele jaar liggen. Wanneer je net begint met composteren kan het langer duren, door ‘oude‘ compost te mengen in de nieuwe compost versnel je het proces. Laat je mest niet veel langer dan een jaar liggen, het is dan snel uitgerijpt en voedingsstoffen kunnen makkelijk wegspoelen.